Schone slaapster
Een bekende uit een grijs verleden belt. Ervaren als we inmiddels zijn, weten we gelijk: dit is foute boel. De kennis heeft inderdaad een verdrietig bericht. Zijn vrouw zal spoedig overlijden. We maken een afspraak.
Het is een aangename zomer. De vrouw ligt zoveel mogelijk in de tuin van het hospice waar ze verblijft. De sfeer om haar heen is licht. Ze kan niet meer goed praten, maar haar glimlach is hemels. Ze lijkt gelukkig en iedereen wil bij haar zitten. Al dagen wordt haar overlijden verwacht, maar het gebeurt maar niet. Vaak is ze heel ver weg, maar steeds weer veert ze op en als ze de stem van haar man hoort, is ze één en al glimlach. Als het onvermijdelijke moment daar is, neemt hij haar mee naar huis. Daar ligt ze, als een schone slaapster. Velen komen naar haar kijken.
De dag dat ze wordt begraven halen haar man en een kleine groep vrienden haar thuis op met de loopkoets. Ze begeleiden haar op een stille tocht van haar woonhuis naar de Geertekerk.
Het is zomervakantie, maar de kerk is overvol. Buiten een strakblauwe lucht, de zon straalt. Ze wordt gemist.