Blog

Pauline Res en Charlotte Res schrijven elke maand samen met Yvonne van Almaren een nieuwe blog.

Rituelen

Vader heeft een beroerte gehad en is dezelfde ochtend in het ziekenhuis overleden. De tweelingdochters begeleiden hun vader van het ziekenhuis – waar vader inmiddels al in het mortuarium ligt – naar het rouwcentrum Rusthof. Hier doen de dochters voorafgaand aan de afscheidsdienst een eigen kaarsen ritueel bij hun vader. Ze houden van rituelen en weten er mooi vorm aan te geven. In de aula heeft zich een klein gezelschap verzameld. De kist is open. De dochters vragen of iedereen een wens of gedachte op een servetje wil schrijven. Zo deed hun vader dat toen hij nog leefde: servetjes volkrabbelen met gedachten. De servetjes gaan mee in de kist. Beide dochters spreken tot hun vader. Een vader die altijd afstandelijk was. Hun woorden zijn liefdevol. Daarna volgt de tocht naar het familiegraf. Als iedereen om het graf staat zingt één van de dochters. Vriendinnen begeleiden haar met tromgeroffel. Het maakt diepe indruk op mij.

Een jonge Boeddha

Een telefoontje: “onze zoon is overleden”. Nog maar 18 jaar. Dat komt binnen. Ik hoef pas morgen te komen. Vannacht willen ze D. met rust laten. Hij is in bed overleden aan een spierziekte die zich openbaarde rond zijn vierde jaar. Als ik de volgende dag kom, zie ik een jonge Boeddha in bed liggen. Door de medicijnen heeft D. een gevuld gezicht. Ik stel voor om het zonder koeling te proberen. De kamer is koel en buiten vriest het nog alle nachten. De opbaring gaat goed. Dat er geen techniek aan te pas komt waarderen de ouders enorm. Alles puur natuur: voor de uitvaart is gekozen voor een opbaarplank en een mooie linnen wade. Op de dag van de uitvaart tillen de ouders D. voor de laatste keer uit bed en leggen hem op de opbaarplank. D. wordt het huis uitgedragen door een haag van buren. Iemand tokkelt  ‘Blackbird singing in the dead of night’ op zijn gitaar. Verdrietig en mooi tegelijk. D. wordt door zijn ouders in hun eigen bestelbusje naar Daelwijck gereden. Kinderen van de mytylschool zijn gekomen met hun ouders. Allerlei aangepaste vervoermiddelen rijden de kleine aula binnen. 'Neem een zelfgeplukte bloem mee' stond er op de kaart. Met bossen worden ze binnen gedragen en rondom de baar gelegd. Na afloop brengen de ouders met hun vrienden hun zoon naar de ovenruimte. Ze houden elkaar stevig vast als de baar de oven in schuift.

De zieke ezel

D. is pas zes jaar, als de dodelijke spierziekte bij haar ontdekt wordt.  Zij is de jongste uit een gecompliceerd gezin waar de oudste zoon meervoudig gehandicapt is en het middelste kind een autistische stoornis heeft. De ouders zijn verrassend sterk en evenwichtig en ook D draagt haar lot moedig. Ze weet dat ze niet oud zal worden. Op 25 jarige leeftijd overlijdt ze als jonge gerijpte vrouw. Haar vader vertelt over de engelen die haar enkele dagen voor haar dood in het ziekenhuis bezoeken. Verhalen die terugkomen tijdens de herdenking in de mooie oude kerk. Het meest van al maakt het gedicht indruk, dat ze zelf schreef en door een goede vriendin wordt voorgelezen:
Mijn lichaam is als een zieke ezel, steeds meer moet ik naar haar luisteren, in plaats van zij naar mij./ Zo goed als ze kan draagt ze mij en mijn lasten./ Maar ik mag steeds minder meenemen, we gaan steeds langzamer, en staan steeds langer stil, we komen niet zo ver en zijn steeds meer alleen met elkaar. / De dingen die ze vroeger deed kan ze niet meer, en ondanks dat ik al mijn tijd met haar doorbreng, ken ik haar nooit helemaal, ondanks dat ze niet doet wat ik zeg, doet ze alles voor mij, ze leidt mij waarheen ik moet gaan./
Dank je wel D. voor dit voorbeeldige gedicht.

"Stekkie"

J. was een jonge dementerende.  Voor ze ziek werd ging ze altijd de barricades op. Ze was van de generatie vormingswerk. En BOMmoeder: ze maakte een bewuste keuze voor het alleen opvoeden van haar dochter.  Die noemde ze haar 'stekkie'.
Haar stille dochter groeide op achter de brede beschermende rug van haar moeder. Misschien was zij wel erg alleen. De vriendinnen van haar moeder worden ook haar vriendinnen. Deze vriendinnen staan haar met raad en daad bij tijdens het voorbereiden van de uitvaart. De vriendinnen geven op de dag van de uitvaart een prachtig overzicht en inzicht in het politieke levensverhaal van hun fleurige vriendin. Haar kleurigheid werd geroemd, haar grilligheid gedoogd. Het is druk. Veel belangstelling uit professionele kring. Ondanks de 10 jaar waarin ze nu uit beeld is, zijn ze haar nog niet vergeten.

Levensverhaal

De laatste jaren is A. vooral mantelzorger voor zijn partner. Zorgen is zijn tweede natuur. Hij doet het graag en hij is er heel goed in. Als A. de schone was komt brengen vindt hij zijn partner levenloos op bed. Zijn partner heeft deze epilepsieaanval niet overleefd.  Het colaflesje (de suikershot) ligt ongeopend naast het bed op de grond. De paniek is in eerste instantie groot en mijn komst is dringend gewenst. Bij  binnenkomst maak ik kennis met de trouwe hulp in de huishouding. A. en de hulp, hebben zich het laatste jaar over K. ontfermt. Belangeloos vanuit een  goed hart. Samen bereiden we de uitvaart voor. De sociale kring is beperkt en het interessegebied wat klein. Het wordt een sobere uitvaart met een passend lied van de Zangeres zonder naam. Ik bied aan om het levensverhaal te schrijven. Dat wordt in dank aanvaard. Als ik het de volgende dag voorlees, komen de tranen. Het verhaal is precies goed. Ik mag het ook voordragen in de aula. Het geeft voldoening om op deze wijze te mogen bijdragen.

Rieten mand met bloemenzee

Ruim een week voordat zijn vrouw overlijdt komt W. op kantoor om het één en ander door te spreken. Hij wil graag een rieten mand en hij wil er zeker van zijn dat deze op de dag van overlijden ook voorradig is. Zijn vrouw ligt inmiddels in hospice Demeter. De zondag voor haar overlijden wordt haar verjaardag daar gevierd met beiden families. Op deze dag nemen zij in kleine groepjes afscheid van zijn vrouw.
Samen met zijn zus en schoonzus bereidt W. met ons de afscheidsbijeenkomst en begrafenis in Den en Rust voor. De vrouw van W. is sterk vermagerd en heeft erg geleden. Daarom besluiten we om haar niet meer op te baren. Op de kaart komt, naast de foto van hun favoriete plek in Zwitserland, een prachtig gedicht dat W. voor zijn vrouw heeft geschreven. Iedereen neemt een bloem mee. Op haar rieten mand ontstaat een bloemenzee. Na de bijeenkomst in de aula dragen we haar naar haar graf. Het is de eerste mooie dag van dit jaar en dat helpt een beetje bij het enorme verdriet dat W. heeft om het verlies van zijn maatje waarmee hij 40 jaar samen was.

De buurt als vangnet

B. een man in de kracht van zijn leven, merkt in december dat hij moeite heeft met rekenen en schrijven. Hij blijkt een hersentumor te hebben. Binnen 3 maanden overlijdt hij.  Niet te bevatten voor zijn vrouw en dochter (17 jaar). Alles is veel te snel gegaan. Ze wonen in een buurtgemeenschap in Bunnik. Deze buurt biedt meteen een vangnet van steun en zorg. De buurvrouw is ervaringsdeskundige. Twee jaar geleden  verloor zij haar man door een fietsongeluk. Twee  buren, nu beide weduwe,  door het lot samen gebracht. De één neemt de ander bij de hand. De buurtgenoten brengen eten en zetten bloemen op de oprit. Op de uitvaart is de buurt present met een prachtig bloemstuk. Het kerkje van Bunnik is afgeladen vol. De dochter van B. speelt zachtjes op de gitaar en we zien foto’s van een gelukkig klein gezin, B met z’n twee vrouwen. We gaan B. begraven op begraafplaats Soestbergen en daarna terug voor de condoleance in Bunnik.

Een aandoenlijke stoet van grote schoonheid

Op voorspraak van de dominee word ik uitgenodigd in Geldermalsen. Aan de gezellige keukentafel spreek ik met T. en zijn dochter. De vrouw des huizes zal die middag thuis komen uit het ziekenhuis. Zij is ernstig ziek. T. heeft de organisatie van de uitvaart al helemaal doordacht. Een maand geleden hebben hij en zijn vrouw twee graven gekocht op de natuurbegraafplaats Heidepol. T. praat veel, de zakelijke nuchterheid die hij tentoonspreidt, wordt gelogenstraft door het feit dat hij zichzelf vaak herhaalt. Hij probeert het ongewisse van zijn situatie te bezweren met woorden. Als zijn vrouw thuiskomt verbaas ik me over haar levendigheid, ondanks de prognose dat ze niet lang meer te leven heeft. Twee weken later vindt haar uitvaart plaats op de natuurbegraafplaats in familiekring op een zonovergoten dag. Met de loopkoets brengen we A. naar haar laatste rustplaats. Voorop de dominee in haar witte habijt, dan de loopkoets die door het rulle zand door de zwoegende broers wordt voortgetrokken. De kleine meisjes hebben gevraagd of ze mee mogen liften op de koets en zitten naast de kist in hun witte jurkjes. Bij elkaar is het een aandoenlijke stoet van grote schoonheid.

Nieuwe herinneringen

Beide kinderen wonen in het buitenland, de zoon zwerft over de wereld en de dochter runt een druk zomerbedrijf in Frankrijk. Een jaar eerder komen broer en zus langs om te praten over de uitvaart van hun 98-jarige moeder. Het kan gebeuren dat geen van beiden in de gelegenheid is om de uitvaart van hun moeder bij te wonen. We bereiden de uitvaart zover voor dat ik hem in mijn eentje kan uitvoeren. Gelukkig loopt het anders. Zoon en dochter zijn ze op de dag van de uitvaart allebei aanwezig. Het wordt een intieme bijeenkomst. Rondom de kist worden herinneringen opgehaald aan hun moeder. Ze was een rebelse vrouw, een officiersdochter met een gebroken geweertje. We luisteren naar De Internationale. De zachte kanten van deze vrouw worden in het licht gezet door een nichtje. Zij verloor haar moeder jong en vond een tweede moeder in E. Haar verhaal verrast zoon en dochter en zo nemen zij nieuwe herinneringen en indrukken mee naar de verre oorden waar ze naar terug gaan. We weten dan nog niet dat onze wegen zich spoedig weer zullen kruisen.

Uit het Brabantse

Maandag belt dochter M. dat zij graag een gesprek met ons wil. Haar moeder zal binnenkort overlijden. Sneller dan verwacht is het zover. De volgende dag overlijdt zij in het Bartholomeus Gasthuis, waar zij al 3 jaar woonde. Bij de besprekingen zijn alle zes de dochters, een kleindochter en vriendin aanwezig. De dochters zijn opgegroeid in Brabant. Ondanks de overdaad aan vrouwen, verlopen de besprekingen goed en redelijk efficiënt. “Ons moeder” is katholiek opgegroeid maar de dochters willen geen katholieke mis. Ik stel voor om Esther Nelemans te vragen. Zij kan in het afscheid voorgaan en elementen inbrengen die hun moeder mooi had gevonden. Een schot in de roos, want Esther blijkt moeder te kennen en komt zelf ook uit het Brabantse.
Het afscheid vindt plaats in de kapel van St. Barbara, daarna wordt ze bijgezet in het graf van haar man. Alle dochters en de kleindochter leveren een bijdrage met een verhaal of gedicht. Eén van de dochters bedankt mij met de woorden dat het een “keigoed” afscheid was.