Blog

Pauline Res en Charlotte Res schrijven elke maand samen met Yvonne van Almaren een nieuwe blog.

Noorderlingen en kosters….


Ze zit in een comfortabele lig/zitstoel, naast haar haar zoon en dochter. Ze is ernstig ziek, heeft alle dagen een privé verpleegster en hulp van de thuiszorg. Ze hoopt thuis te kunnen sterven. We bespreken de verschillende scenario’s. Als het ’s nachts gebeurt, als het overdag gebeurt. Met name haar zoon wil op alles voorbereid zijn.

En als het dan zover is, verloopt alles toch anders. De thuiszorg geeft niet thuis. De verpleegster staat al met haar jas aan terwijl moeder nog verzorgd moet worden en wij zijn net 10 minuten onbereikbaar. Als ik arriveer krijg ik in de deuropening drie klapzoenen - wat een opluchting - ik ben meer dan welkom. We bereiden een mooie uitvaart voor in de Jeruzalemkerk. Een nieuwe locatie voor ons, altijd spannend. Vooral op het gebied van de techniek liggen de eisen steeds hoger. De koster wil het geluid toch niet doen, ondanks zijn eerdere toezegging. Dit wordt een uitdaging voor de assistenten. Er moet geluid en beeld gepresenteerd worden. Vooraf is er gelegenheid om van mevrouw afscheid te nemen. Ze ligt in een open kist, kaarsje, foto, bloemen om haar heen. De koster heeft zo zijn routines en gaat met zijn maat een bakkie koffie doen in deze serene ruimte. Dat hij uit de toon valt, ontgaat hem.

Na de condoleance in de kerk reizen we af naar het noordelijkste puntje van Noord Groningen. Het kerkje met begraafplaats staat op een terp met wat bomen eromheen: een plaatje. Inmiddels zijn we in een vliegende storm beland. De begraafplaatsbeheerder is nergens te vinden, het graf ligt open maar zonder touwen of liftje. Gelukkig hebben we zelf oranje brandweertouwen bij ons. Na afloop als iedereen weg is, komt de beheerder aanlopen. Hij had al die tijd lekker droog in zijn auto zitten wachten tot wij klaar waren. Noorderlingen en kosters, vreemd volk…

Een familie van perfectionisten

Voor haar overlijden heeft ze al veel wensen vast gelegd. Vandaag is ze overleden en de dochter vraagt of we de uitvaart willen begeleiden. Het is in Overvecht. Als ik voor de flat sta, valt me direct op hoe verzorgd het trappenhuis eruit ziet. Ook de lift is keurig, maar helaas te klein voor een kist. Ik ga naar de zevende verdieping en treed binnen in een groot appartement met fenomenaal uitzicht. De familie is blij dat ik er ben. Naast de echtgenoot zijn de volwassen kinderen, broer en zus, aanwezig. Tussen hen hangt een voelbare spanning. Zus lijkt overprikkeld en gespannen. Broer biedt tegenwicht door jovialiteit en grote gebaren. Voor mij de uitdaging om dochter gerust te stellen en haar verantwoordelijkheidsgevoel serieus te nemen. Dat valt niet mee. Het definitief maken van de rouwkaart heeft heel wat voeten in aarde. De punten, de komma’s en de spaties. Er worden boeken op nageslagen, hoe hoort het? Uiteindelijk komt er een goede kaart uit, waar ze allemaal achter staan en trots op zijn. Na een bescheiden dienst in de aula gaan ze met het gezelschap naar de Kastanjehof, waar ze eindelijk kunnen ontspannen.

Verstandhouding

“Ik zet ze op een rij en knal ze in één keer allemaal neer”. Dat is wat hij gaat doen met de specialisten van het ziekenhuis. Zijn vrouw is die nacht in het ziekenhuis in haar slaap overleden. K. - zelf terminaal - is broos, boos en gespannen als een veer. Hij schrikt zich het apelazerus iedere keer als de telefoon gaat. Hij scheldt erop los. Maar daaronder zit een intens bedroefde echtgenoot, die wacht op zijn enige zoon uit Curaçao. In het opgeruimde appartement hangt de lucht van sigaren. Een bevriend echtpaar is gekomen om hem te ondersteunen. In de dagen daarna is hij soms wat zachter, met een sigaar in zijn vingers komt hij tot rust. Om mij even later te bezweren dat er geen zwarte kraaien aan zijn vrouw mogen komen. Ik stel hem gerust en er ontstaat een verstandhouding.

De uitvaart vindt plaats in het kapelletje op begraafplaats st. Barbara. De kleinkinderen zijn inmiddels ook aangekomen uit Curaçao. Ze helpen hun opa waar het maar kan. En hij laat zich - nu zonder gemor – door hen ondersteunen. De herdenking is waardig en warm. De eerste herfststorm van het seizoen jaagt om de kapel, maar als we buiten komen, schijnt een warm zonnetje. K. komt me na de condoleance bedanken. Hij is oprecht aangenaam verrast: hoe goed alles gegaan is en de zorg die er was voor hem en zijn gasten. Mijn assistente en ik zijn met dit compliment dik tevreden.

De eeuwige jachtvelden

Af en toe moeten we op chique. Dit is zo’n familie. Oud geslacht, oud geld en nieuw geld. Gewend aan personeel. Wij zijn ingehuurd voor de uitvaart. Men is beminnelijk, maar we zijn personeel. Dus wordt ons geen kopje koffie aangeboden, zo gaat dat. De uitvaart moet plaatsvinden in het kerkje waar de Prins van Oranje is uitgevaren. De consequentie is dat er flink in de lijst met genodigden moet worden geschrapt, anders past het gezelschap er niet in. Een nachtmerrie volgens de weduwe. Daar kan ik me wel wat bij voorstellen. De uitvaart is puntgaaf verzorgd door ons. We luisteren naar de toespraken, die ons zo nu en dan bevreemden. Er wordt flink opgegeven over de jachtkwaliteiten van de overledene. Hoeveel patrijzen, konijnen, herten, zwijnen en ga zo maar door… Soms met gruwelijke details, 1 schot recht in het hart, een kip die 10 minuten tegenspartelt. Het zij zo, de jager ligt nu te ruste.

Een uitvaart vol 'uitdagingen'

Soms denk je 'deze uitvaart wordt een makkie'. Toch kan er dan nog van alles misgaan...

We verzamelen ’s ochtends in het rouwcentrum. De stoet rijdt stapvoets de Soestdijkseweg op. Ik loop voorop om het verkeer tegen te houden en de stoet een vrije doorgang te geven. Dan verschijnt een politieauto uit het tunneltje onder het spoor, ziet mij op het laatste moment en komt met gierende remmen tot stilstand. Alsof dat niet genoeg is, volgt uitdaging nummer twee. Ik heb afgesproken dat de rouwauto aan het begin van het laantje van het crematorium zal wachten. De kleinkinderen zullen vanaf dat punt hun oma naar de aula dragen. Maar de chauffeur rijdt op de automatische piloot naar de achteringang. Daar is de overledene al uit de auto gehaald en is inmiddels paniek uitgebroken. Het nummer op de kist klopt niet met het nummer op het document dat bij de kist hoort. Ik word uit de aula gehaald waar ik het programma met de aulamedewerker aan het doorspreken ben. De kist moet open en de overledene moet ‘’geïdentificeerd’’ worden. Eigenlijk moet dit gebeuren door de familie, maar ze zijn soepel, ik mag het doen. Voordat de kist opengaat moet ik vertellen wat mevrouw aanheeft. Blauw mantelpakje. Ze vragen nog meer details. Pff.. kist open - en gelukkig – mevrouw ligt er gekleed in haar blauwe mantelpakje. Terug naar de aula, hoor ik: 'je hebt een ladder in je kous'. Inmiddels staan de kleinkinderen en de kist op de afgesproken plek en dragen we mevrouw naar binnen. Als de muziek begint, vraag ik waar de foto op het beeldscherm blijft, die gedurende de hele dienst zal blijven staan. Deze foto is niet ontvangen. Ondanks alle tegenslagen is de beleving van de familie gelukkig heel anders en zijn ze heel tevreden!

Zonder hem

Het is vaderdag en A. is met het gezin op bezoek bij zijn vader. Daar krijgt A. totaal onverwacht een herseninfarct. Zelf is hij vader van twee tieners. Na tien dagen van hoop en vrees, overlijdt hij. Zijn vrouw en de kinderen zijn totaal overdonderd door deze abrupte wending in hun leven.

We gaan stap voor stap bedenken en beslissen wat er geregeld moet worden. In eerste instantie lijkt het hen een onmogelijke opgave - zo uit het lood geslagen als ze zijn – maar iedere dag gaat het beter. Ze wonen aan een prachtig hofje in de Utrechtse binnenstad. Te smal om hem thuis op te baren. De Geertekerk is als afscheidslocatie het best passend omdat de kerk in hun buurtje ligt. De oudste dochter heeft komende week diploma-uitreiking. We plannen de uitvaart zo, dat de diploma-uitreiking een dag na de uitvaart is.

Het wordt een mooi en gedenkwaardig afscheid. Op de dag van de uitvaart wandelt het gezin van het woonhuis naar de Geertekerk achter de rouwauto aan. Zijn vier broers en drie zusjes dragen de kist de kerk binnen. In de Geertekerk klinkt de opera en moderne muziek, waar hij zo van hield. En er is een mooie afwisseling tussen de sprekers en het tonen van de diashow met de beelden van zijn leven.

Na de condoleance brengt het gezin de kist naar crematorium Domstede.

En morgen de diploma-uitreiking. De eerste memorabele dag voor het gezin zonder hem.

Eenzame fiets

Voor een topsporter is z'n lichaam zijn beste vriend. Als dat lichaam je ineens in de steek laat, is dat heel moeilijk te verteren. Een fanatiek sporter is overledenen. Hij heeft vier dochters. Twee bij zijn eerste vrouw en twee met zijn huidige echtgenote. Het is een leuk gezin, waarin de meiden - hoewel heel verschillend - goed met elkaar samenwerken. Iedereen doet wat, alleen de Benjamin (22 jaar) in dit samengestelde gezin weet zich op innemend wijze aan alle activiteiten te onttrekken. Zelfs op de dag van de uitvaart…
Alle fietsende vrienden verzamelen zich bij het rouwcentrum. Daarvandaan fietsen ze in een lange sliert achter de rouwauto aan naar Den en Rust. Direct achter de rouwauto fietst een zwager met de racefiets van de overledene aan de hand. Een indrukwekkend gezicht.
De jongste dochter zit lekker achterop bij iemand. Zo kan het ook. Onze stagiaire rijdt in haar oranje verkeershesje achteraan en ik sluit met de auto af en ben het stootkussen voor deze bijzondere wieleroptocht.

Later in de aula staat de fiets - zonder zijn vaste berijder – eenzaam in het laantje. Frappant dat een enkele fiets zoveel emotie weet op te roepen - ook bij mij.

Glorietijd

Een spraakwaterval aan de andere kant van de lijn. Kort samengevat: moeder is overleden, zus was erbij en zij doet de verzorging. Het is helemaal in Rhenen en de uitvaart moet plaatsvinden in Utrecht. Zo gezegd, zo gedaan.
De oudste zus neemt ogenschijnlijk het voortouw. Zij spreekt in prachtige volzinnen, maar ligt helaas veel tijd in bed met een zware griep. De jongste zus (ze verschillen 12 jaar) is de aanpakker van de twee. Deze taakverdeling wordt me gaandeweg duidelijk. De zussen hebben er geen moeite mee, gelukkig.
Hun moeder is in Utrecht voor studenten van mijn generatie geen onbekende. Ze was decaan van de faculteit in een hevig gepolitiseerde tijd. Ze was OK in onze ogen, want progressief. Het was de glorietijd van hun moeder. Helaas zijn medestanders uit die tijd met een lampje te zoeken. Ze zijn overleden of hebben geen spirit meer om op te treden. Er wordt één spreker gevonden, die uit eigen herinneringen kan putten en zal spreken op haar uitvaart. Het gemis aan sprekers wordt ruimschoots gecompenseerd door optredens van musici van naam. Een gelukkige samenloop: ze zijn op doorreis en willen graag hun bijdrage aan de uitvaart in Utrecht leveren.
Zo worden we getrakteerd op een prachtig concert. Na afloop van de bijeenkomst brengen we moeder naar Den en Rust. In het half uur dat we daar moeten wachten, zoeken we naar het urnengraf van vader. Beiden zullen over een tijd bijgezet worden in de sacristie van de Pieterskerk. Maar hoe we ook zoeken, we vinden de urn niet. Wat blijkt? Moeder heeft sinds 2011 de rekening niet meer betaald. Het grafje is geruimd, maar de urn staat gelukkig nog op een zoldertje van het crematorium, voor het geval dat... Goede service van Den en Rust!

Eeuwigheidsmomenten

De laatste twee jaar van haar leven heeft ze nog voluit geleefd. Met haar camera in de hand vangt ze “eeuwigheidsmomenten”. Een bloem die opengaat, een geeuwende aap. M. is een bewust ongehuwde moeder die haar zoon alleen opvoedde. Haar zoon staat op het punt om af te studeren. Hij probeert zich wat afzijdig te houden. Hij heeft geen zin in trivialiteiten, als hoeveel postzegels op de kaart en of de kist van vurenhout of populierenhout moet zijn. Ik zie in zijn ogen het verdriet om zijn moeder, een verdriet dat door niets verzacht kan worden. De uitvaart vindt plaats in Den en Rust, waar M. ook begraven wordt. Na afloop krijgen alle aanwezigen een envelopje, met de mooiste foto’s die ze gemaakt heeft als ansicht kaart. Na een maand heb ik met de zoon het nagesprek. Het is mooi te zien, dat hij inmiddels contact met mij wil maken en me verteld dat de uitvaart heel mooi was, prachtig zelfs. Hij is ontspannen en vrolijk. Zijn leven mag weer door, zo lijkt het, na twee jaar de zwaarte van een terminaal zieke moeder mee gedragen te hebben.

Aansluiting

Op 74-jarige leeftijd overlijdt A. in het ziekenhuis. Voor de familie redelijk onverwacht. Met zijn tweede vrouw woonde A. op een prachtige plek aan het water in Loosdrecht, waar we bij elkaar komen om zijn uitvaart te regelen. Aanwezig zijn; zijn vrouw, de twee volwassen dochters uit zijn eerste huwelijk en de zus van A.
A. had een uitgesproken hekel aan uitvaarten en alles wat daar omheen gebeurt. Daarom willen zijn vrouw en de dochters dat alles zo sober mogelijk verloopt. Zijn zus heeft daar moeite mee. Zij heeft duidelijk meer behoefte aan rituelen rondom het afscheid, maar krijgt hiervoor weinig ruimte.

Als ik op de tweede dag binnenkom in het familiehuis, zitten ze met betraande ogen bij elkaar want er is net een heftige uitbarsting geweest. Blijkbaar heeft dit de goede uitwerking. Bij iedere beslissing wordt nu rekening gehouden met de wensen van de zus van A. en is er ruimte om ook daar vorm aan te geven. Op de dag van de uitvaart blijkt dat de familieleden zich uiteindelijk toch aansluiten bij de handelingen waar zij eerst geen deel van wilden uitmaken. Ze lopen samen achter de auto aan naar het crematorium en ze steken samen de kaarsen aan. Twaalf familieleden zitten om de kist en luisteren naar de muziek. De zus en dochter spreken nog een paar woorden en daarna brengen we hem (toch!) samen naar de ovenruimte en wil bijna iedereen bij het invoeren van de kist aanwezig zijn. Jammer genoeg verloopt het invoeren niet soepel, vanwege een defect. Maar liefst drie keer wordt de invoer opgestart en wil de ovendeur niet open. Een klungelig einde van dit onverwacht harmonieuze afscheid.